Een christen heeft twee paspoorten en dat wringt soms
Onlangs haalde ik een nieuw paspoort op bij de gemeente. Ik realiseerde me hoe bevoorrecht ik daarmee ben. Ingezetene van een land dat een welvarend democratische rechtsstaat is. We hebben als burgers rechten en plichten. Maar wie zich aan de wetten houdt kan hier een prima leven leiden qua mensenrechten. Zelfs als je in het buitenland in de problemen komt probeert de overheid je nog te helpen.
Als christen heb je twee paspoorten. Je bent ook burger van het Koninkrijk van God. Dat is groter en grootser dan het Koninkrijk der Nederlanden. Er bestaan ook wetten en verplichtingen. In veel/de meeste gevallen bijten die wetten elkaar niet. Er is in ons land vrijheid van godsdienst, verankerd in de grondwet.
De grondwet begint met artikel 1:
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan..
Dat zijn fantastische grondbeginselen, die ieder mens (!), christenen dus ook, de mogelijkheid geven te mogen leven volgens je eigen levensovertuiging. Zolang je je maar begeeft binnen die Nederlandse wet. Het biedt veel ruimte. Maar er gaat nu een wet worden besproken door de Eerste Kamer, die door de Tweede Kamer is aangenomen. En in die wet wringt het voor een christen aan alle kanten. Het gaat om het amendement dat Geert Wilders heeft ingediend bij de asielwet rond illegaliteit van mensen die uitgeprocedeerd zijn en geen verblijfsvergunning hebben gekregen. Het betekent dat je strafbaar bent als je mensen helpt die illegaal hier verblijven. Als dat verboden wordt kom ik in een spagaat terecht met mijn andere burgerschap. In de Joods-christelijke traditie is het helpen van wie geen helper heeft een centrale notie. In Mattheüs 25:31-46 identificeert de Joodse Messias Jezus zich met de mensen die vreemdeling zijn, gevangen zitten enz. Dus Hij is niet de helpende, maar de kwetsbare en weerloze mens die geholpen wordt. Dat is Hij ook letterlijk zelf geweest, toen Hij en zijn ouders als baby/peuter naar Egypte gingen op de vlucht voor dictator Herodes. In zoverre je dit aan één van dezen hebt gedaan, heb je het Hem gedaan, zegt Hij in Mattheus 25. Empathie met de weerloze vreemdeling op basis van onze levensovertuiging wordt dus strafbaar. Ik kies dán voor strafbaar zijn. Het Koninkrijk van God en zijn wetten is belangrijker dan dat van de Nederlanden.
Waarom schrijf ik dit stuk? Het is immers niet zeker dat de Eerste Kamer deze wet mét amendement aanneemt[1], waar maak ik me dus druk over? Er zijn drie redenen. De eerste is dat ik het zorgwekkend vind dat de grootste partij van Nederland met zo’n amendement komt en er al mensen zijn die online lijsten aan het maken zijn met namen daarop van mensen die illegalen helpen. Wat bezielt hen? De tweede is, dat een groot aantal partijen zonder gewetensbezwaren heeft ingestemd met de wet inclusief amendement. Dat zegt letterlijk en figuurlijk wat over de stemming die in Nederland heerst over én mensen die asiel zoeken én die hier illegaal zijn: de Tweede Kamer stemde voor!
De derde is dat Geert Wilders herhaaldelijk aangeeft dat het hem te doen is om het beschermen van de Joods-christelijke waarden in ons land én in ons werelddeel.[2] Dat is bijzonder voor iemand die zichzelf beschouwt als agnost. Weliswaar ziet hij christenen als natuurlijke bondgenoten.[3] Op dit laatste ga ik nu uitdrukkelijk door. Want als ik me als christen – geworteld in oude en nieuwe testament – nu in één ding niet herken, is het in de wijze waarop Wilders en de PVV reageren op vreemdelingen die hulp komen zoeken in het algemeen en moslims in het bijzonder. Sterker nog: wie het strafbaar maakt om – om welke reden dan ook – weerloze mensen te helpen tast het hart aan van het christelijk geloof en is daarmee geen bondgenoot van het christelijk geloof, maar een tegenstander. Ik wil dat toelichten aan de hand van kernpunten in het oude testament – ik ga het uit respect voor de Joden vanaf nu TeNaCh – noemen en het nieuwe testament. Beide zijn door (voornamelijk, Lucas is een uitzondering) Joden geschreven.
TeNaCh
In de boeken Genesis en Exodus wordt verteld dat het prille Joodse volk vanwege een hongersnood terechtkomt in Egypte. Economische vluchtelingen, zouden ze bij ons wellicht heten. Bittere noodzaak dus. Daar is op dat moment Jozef onderkoning, één van de zonen van Jakob. Die is ook niet uit luxe naar Egypte gegaan, maar vanwege zijn jaloerse broers aan slavenhandelaars verkocht die hem in Egypte aan een zekere Potifar verkopen. Lang verhaal kort: na diepe dalen komt Jozef terecht op de troon naast de Farao. Onderkoning dus. Door Jozefs verstandig beleid – hij legt geïnspireerd door God een droom van de farao heel goed uit en wordt daarvoor beloond – slaan de Egyptenaren graan op in zeer vruchtbare jaren zodat ze reserve hebben voor 7 jaren waarin de oogst slecht is. Jakob/het kleine volkje Israël komt medelijden/empathie vragen bij de Egyptenaren. Jozef herkent zijn broers en neemt geen wraak maar nodig zijn hele familie en verwanten uit om naar Egypte te komen. Empathie dus opnieuw…. Daar vestigen ze zich en als vreemdelingen worden ze goed verzorgd. Ze groeien in forse aantallen.
Als Jozef komt te overlijden er een farao komt die Jozef niet gekend heeft. Dat heeft gevolgen. Onbekend is vaak onbemind. Als Achmed naast je woont heeft hij een gezicht en vaak een aardig. Ken je hem niet dan is het een gelukszoeker. Er ontstaat angst bij de Egyptenaren: er zijn steeds meer Joden, straks nemen ze ons land nog over, ze krijgen zoveel kinderen, veel meer dan wij. Als ik de zinnen opschrijf kun je bijna niet om de parallel heen van wat de angst voor vreemdelingen – en in het bijzonder moslims – nu in ons land is. Minder, minder….. Daar doet de farao zijn best voor. De mannen moeten steeds harder werken – meer, meer – en de pasgeboren baby’s moeten worden vermoord. Als pasgeboren jongetje Mozes óók bijna wordt gedood, besluiten zijn moeder Amrabat en ouder zusje Mirjam tot een wanhopige list: Mozes wordt in een biezen mandje in de Nijl gelegd en de dochter van de Farao, die daar aan het zwemmen is, wordt geraakt door dit kwetsbare jongetje. Opnieuw: als iemand een gezicht krijgt en je kijkt erin, dan kan er zomaar empathie ontstaan. Mozes groeit – gek genoeg dus! – op aan het hof van de Farao. Als hij groot wordt ziet hij hoe Egyptenaren zijn volksgenoten onderdrukken en fysiek mishandelen. Hij kan dat – empathie – niet aanzien en wordt zo woest dat hij een Egyptische bewaker doodslaat. Is hij op zo’n moment nu een moordenaar, een terrorist, een bevrijdingsstrijder? Taal zegt veel!
Hoe ook, hij vlucht de woestijn in. Als hij daar getrouwd is en met de kudde schapen van zijn schoonvader bij de berg Sinaï belandt, gebeurt hem een Godservaring die én zijn dan uitgerangeerde leven én dat van zijn volk op de kop zet. Hij hoort de stem van God en ik citeer nu bewust vrij uitgebreid omdat dit het hart is van het Joodse geloof, de kern van TeNaCh:
Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep Hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ja, ik luister,’ antwoordde Mozes. 5‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. 6Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
7De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, Ik weet hoe ze lijden. 8Daarom ben Ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. 9De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. 10Daarom stuur Ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’
11Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat Ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’
13Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ 14Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.
Het is één en al empathie, bewogenheid om het kwetsbare volk: Ik zal bij je zijn, ik zal er zijn……
Na een bijzonder proces lukt het Mozes gedreven door Gods kracht met het volk uit Egypte te vertrekken, op weg naar het beloofde land. Onderweg, op zo’n beetje dezelfde plek als waar Mozes die bijzondere Godsontmoeting heeft – bij de berg – , daar krijgt het volk hetzelfde. Ze horen daar de beroemde tien woorden/geboden. Maar in die tien woorden volgt een menigte van ge/verboden, die het leven leefbaar en bloeiend moeten maken in dat nieuwe land. Daarbij komt dít vaker terug (Deuteronomium 24): 7U moet de rechten van vreemdelingen en wezen eerbiedigen; van weduwen mag u het overkleed niet in pand nemen. 18Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u heeft bevrijd. Daarom gebied ik u zo te handelen.
19Wanneer u bij de graanoogst op de akker een schoof vergeet, mag u niet teruggaan om die op te halen. Laat hem achter voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. De HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt. 20En wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 21En wanneer u bij de wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 22Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte. Daarom gebied ik u zo te handelen.
Het is opvallend: de weduwe en de wees zijn de mensen van “eigen volk” die kwetsbaar zijn geworden. Maar zij worden niet uitgespeeld tegen de vreemdelingen: niet “eigen volk eerst…., dan ook nog vreemdelingen”. Want empathie voor de weerloze gaat over grenzen heen.
Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament is Jezus Gods vleesgeworden empathie. In het Grieks gebruiken ze het woordje “filantropie”. Mensliefhebber. Je ziet Jezus zélf afstappen – Hij ziet het als zijn missie – op mensen die “gered moeten worden”: klem lopen op allerlei manieren, fysiek, relationeel, rouw, eenzaamheid, handicap. In al die situaties brengt Hij licht, vergeving, nieuw leven, perspectief. Daarbij gaat Hij over grenzen heen die door mensen zijn aangebracht. Hij praat met een Samaritaanse vrouw – de verhouding met Samaritanen is vanuit Joden gezien zeer problematisch! Je praat niet met ze en zeker niet met een vrouw – , geneest de knecht van een Romeinse kapitein (de bezetter!!!!!). En als Hij met wetten legaal wordt gekruisigd, volstrekt vals beschuldigd, dus juridisch klopt het en moreel totaal niet, bidt Hij: Vader, vergeef het ze, want ze weten niet wat ze doen. Het is de empathie ten top. Of: tot op het diepst van waar onmenselijkheid de overhand heeft gekregen. Het gaat uit boven onze gewone indelingen van “goed/fout”, zonder die overigens te bagatelliseren of op te heffen. Soldaten doen hun werk goed door Jezus te kruisigen (bevel is bevel), maar ze gaan giga de fout in, want ze werken mee aan het doden van een onschuldige. Iets wat goed lijkt kan goed fout zijn.
Hij roept op om vijanden lief te hebben en om kwetsbaren te helpen, zoals ik al citeerde uit Mattheüs 25. Dat laatste hoofdstuk is het meest kernachtig: Ik zat in de gevangenis, jij vond me de moeite van het opzoeken waard, ik had dorst, jij gaf water, ik had honger, jij gaf me te eten. En zo nog een paar: hulp aan de kwetsbaren, vanwege empathie. Zieken opzoeken, namens de kerk. Ook degenen die hun ziekten aan eigen stommiteiten te danken hadden. Je laat geen mens vallen, maar staat naast ze! Met dan in het Grieks “ik was xenos, jij hebt me ontvangen”. Ons woord xeno-fobie komt er vandaan….. Vreemdelingenangst. Niet in het evangelie dus! En er staat niet bij of het een aanhanger van Zeus, Jupiter of welke godheid dan ook was. Xenos was ik…, jij ontving me.
Zijn volgelingen – de gemeente van Jezus – gaan door in dat spoor. Ze beschouwen zichzelf eigenaardig genoeg als “vreemdelingen en bijwoners op aarde”. Je woont wel in het Romeinse Rijk, maar je volgt in je dagelijks bestaan de wetten van het Koninkrijk van God. Dat is je echte Vaderland, meer nog dan het land waar je geboren bent. In veel gevallen gaat dat goed samen, maar christenen kunnen ook vervolgd worden omdat ze afwijkend gedrag vertonen. In het Romeinse rijk stonden christenen bekend om hun empathie met mensen. Kwetsbare mensen. Dat hadden ze van hun Heer. Dat is tot op vandaag de dag een wezenskenmerk van de gemeente. Als predikant ben ik in dienst genomen bij de Protestantse Kerk in Nederland. Die empathie…, dat is de kern. Vanwege die kerk én de missie van haar Heer – niet omdat ik zo’n al dan niet aardige jongen ben – deed ik in Borger mee met kerkasiel, schrijf ik nu dit stuk, bezocht ik in de gevangenis iemand die een moord had gepleegd, praatte ik met iemand die kinderen had misbruikt (en daar spijt van had), hebben we als kerk een voedselkast en geven we aan de armen enz. Niet dat we geen dingen fout doen, stom doen, nalatig zijn. Regelmatig. Maar dan zijn we (even?) ontrouw aan de Heer van de kerk. Maar er is dus ook heel veel empathie!
Daar moeten we vooral mee doorgaan. Nuchter, dat ook. Ik zie heus dat we in ons land een woningprobleem hebben. Een lief iemand (van Nederlandse komaf, blauwe ogen enz.) woonde anderhalf jaar op de camping na een scheiding en deed van harte vrijwilligerswerk bij mensen die asiel zoeken. Het illustreert het woningtekort![4] Maar het illustreert ook dat dat niet hoeft te leiden tot vreemdelingenhaat, maar dat empathie de weg is. Ook als de meerderheid van het volk de empathie verliest richting afgewezen asielzoekers. Wie empathie betuigt naar een ander – wie dan ook – die verdedigt het christelijk geloof. Wie empathie strafbaar stelt valt het aan.
[1] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/amendementen/detail?id=2025Z13167&did=2025D29821
[2] https://www.youtube.com/watch?v=Zy08IOe1aFA
[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Geert_Wilders
[4] Er zijn ca. 13000 statushouders op zoek naar een woning https://www.coa.nl/nl/lijst/het-waar-dat-alle-sociale-huurwoningen-naar-statushouders-gaan Tegelijk zijn er jaarlijks in ons land zo’n 27.000 stellen die gaan scheiden en/of hun geregistreerd partnerschap beëindigen. Dat legt ook een forse druk op de woningmarkt. Het eigenaardige is dat in het basispakket van de zorgverzekering relatietherapie NIET wordt vergoed. In de wijk waarin ik werk kom ik herhaaldelijk mensen die scheiden tegen – ik schrijf het zonder oordeel, help ze altijd! Er zijn ook mensen die in relatietherapie gaan (moet je kunnen betalen); ca. 70% heeft daar baat bij. Waar dat slaagt scheelt het veel ellende: kinderleed, relatieleed, financieel leed en woningproblematiek. Eigenlijk schreeuwt dit om meer dan één reden om het standaard opnemen van relatietherapie in het basispakket van de zorgverzekering. https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-bevolking/levensloop/scheiden
